Tijdelijk werk

De opmars van het tijdelijke contract in het onderwijs

Een vaste aanstelling is nog altijd de norm, maar tijdelijke contracten zijn al jaren bezig aan een gestage opmars. In het primair onderwijs is die groei sterker dan in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs.

 

Simpel gezegd: tijdelijk is iedereen die in loondienst is van het schoolbestuur, maar geen vast contract heeft. Een vergaarbak van kortdurende vervangingscontracten, jaarcontracten met uitzicht op een vaste aanstelling en lio’s. Wie er niet onder vallen: medewerkers die worden ingehuurd via zzp- en uitzendconstructies.

 

Het vaste contract is nog altijd de norm in het primair onderwijs. Negen op de tien leerkrachten is in vaste dienst. In krimpregio’s in het noorden, oosten en zuiden van het land liggen die percentages nog hoger. Begrijpelijk, zegt Elly van der Beek, personeelsadviseur bij de stichting Primato in Hengelo, ook een krimpgebied, waar 98 procent van de leraren een vaste aanstelling heeft. “Tijdelijkheid vlieg je in waar je uitbreiding nodig hebt of bij een heel specifiek onderwijsdomein waar je binnen je eigen bestand even geen passende invulling voor kunt vinden, zoals onze hoogbegaafdenschool.”

 

Met name in krimpregio’s hebben schoolbesturen zelf of samen pools van leraren opgezet die op scholen flexibel inzetbaar zijn, maar wel een vaste aanstelling hebben. Het lerarentekort is daar ook net wat minder nijpend dan in Randstad. In het midden en westen is het lastiger om voldoende leraren te vinden of aan de school te binden.

 

“In de Randstad is het lerarentekort het hevigst, daar heb je ook meer scholen in moeilijke wijken. Als het verloop ergens groter is, dan zul je daar ook meer tijdelijke aanstellingen zien”, aldus AOb-bestuurder Eugenie Stolk. Een positieve uitleg zou kunnen zijn dat besturen in de grote steden nu steeds meer van flex- en uitzendconstructies willen afstappen. Al blijkt extern ingehuurd personeel, dat niet op de loonlijst staat, de afgelopen jaren ook toegenomen. Zoals de inspectie in de recentste Staat van het onderwijs opmerkt: ‘Uitbreiding van het personeelsbestand loopt steeds vaker via flexcontracten, die zich onttrekken aan de normale personeelsstatistieken.’ Omgerekend naar fte’s is de omvang van het personeel niet in loondienst in het primair onderwijs sinds 2012 gestegen van ruim 2700 naar ongeveer 4500 in 2017, aldus de inspectie.an de school te binden.

Bron: AOB.nl, complete artikel





Andere nieuwsberichten