Stille reserve

Stille reserves

Ze worden de ‘stille reserve’ van het onderwijs genoemd: de 83.000 mensen die wél een onderwijsdiploma hebben, maar niet voor de klas staan. Als het aan onderwijsminister Arie Slob ligt, moet deze reserves worden aangeboord om het lerarentekort te lijf te gaan.

 

Aan het begin van het nieuwe schooljaar lijken de meeste scholen nog voor elke klas een leerkracht te hebben gevonden, maar de ministers houden hun hart vast voor de eerste de beste griepgolf. 

Over twee jaar zijn er naar schatting 4.000 leraren te weinig, en nog eens vijf jaar later is het tekort gestegen naar 10.000. Er gaan de komende jaren veel leraren met pensioen en de concurrentie van andere sectoren met veel vacatures is moordend.

 

Onderwijsministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven willen daarom de ‘stille reserves’ weer in gaan zetten. Ook trekt het kabinet wat geld uit om ieder jaar vijftig onderwijsassistenten om te scholen tot leraar. Ze kunnen daarvoor ieder € 20.000 krijgen. Slob en Van Engelshoven verwachten verder veel van het terughalen van werkloze leraren.

 

Ondanks alle vacatures zitten er nog duizenden thuis, omdat juist in hun buurt minder banen zijn en ze niet graag verhuizen. Of ze zien een terugkeer na een burn-out niet zitten of zijn al zo lang weg dat ze zich niet meer thuis voelen op de school van nu. De ministers hopen niettemin dat er de komende twee jaar duizend werklozen de draad weer oppakken. Als leerkrachten minder vaak ziek thuis belanden en parttimers meer uren gaan werken, maakt dat ook al veel verschil.

 

600 miljoen extra

De Algemene Onderwijsbond (AOb) noemt de ideeën van Slob en Engelshoven “volstrekt onvoldoende”. Voorzitter Liesbeth Verheggen: “Er zijn stille reserves die wel terug het onderwijs in willen, mits de arbeidsomstandigheden verbeteren. Om het werk weer aantrekkelijk te maken is het nodig dat leraren beter gaan verdienen en minder stress ervaren.”

Bron: Eenvandaag.avrotros.nl, complete artikel






Andere nieuwsberichten